"Bezinningsplaats in het teken van Maria"
IRS
01 DEC 2012
Steeds meer mensen bezoeken rooms-katholieke bedevaartsoorden. Op 27 mei opende priester Antoine Bodar het Rosarium Mariae in Renkum. Het valt op dat hier, evenals in de meeste andere bedevaartsoorden, heiligen centraal staan in plaats van Christus.
Bij de opening van het park Rosarium Mariae in Renkum hield dr. Antoine Bodar een korte lezing over “De mysteriën van de rozenkrans en de betekenis van Mariaverering in deze tijd.”
“Maria is de figuur die Gods genade begeleidt, om de gehele mens uit te nodigen: naast het verstand dus ook de ziel en het hart”, zo hield Bodar de aanwezigen voor. Over het belang van de Mariadevotie zei hij: “De Mariadevotie helpt ons om naar Christus te gaan. God lijkt in het leven van een mens soms langdurig afwezig te zijn, alsof Hij met vakantie is. Dan moet je volharden; Maria kan in zo’n situatie helpen door als toegang te fungeren.” Verder liet Bodar de hoorders weten weinig moeite te hebben om bij Christus te komen: “Daarvoor heb ik mij meermalen bij Maria geëxcuseerd.”
De kerk bij Rosarium Mariae, de Onze- Lieve-Vrouwe-ten-Hemelopneming, is naar Maria genoemd. Het gebouw is al ruim tachtig jaar een bedevaartskerk.
Bedevaarten en bedevaartsoorden hebben voor rooms-katholieken een bijzondere betekenis. Van Dale geeft bij het woord bedevaart als eerste betekenis: “reis (meest te voet) naar een heilige plaats, al biddende en om daar te bidden, met name om een gunst af te smeken of als boetedoening.” In de catechismus van de Rooms-Katholieke Kerk komt het woord bedevaart, of een afgeleide daarvan, een aantal keren voor. Het blijkt dat bedevaarten behoren tot de volksvroomheid van de Rooms-Katholieke Kerk: “In alle tijden heeft de godsdienstzin van het christenvolk haar uitdrukking gevonden in allerlei godvruchtige praktijken die het sacramentele leven van de kerk begeleiden, zoals de verering van relieken, het bezoek aan heiligdommen, bedevaarten, processies, de kruisweg, religieuze dansen, de rozenkrans, medailles” (‘Cathechismus van de Katholieke Kerk, 1674)
Sterk ligt de nadruk voor pelgrims op hun geestelijke reiniging. Maar vooral ook op het doen van boete om tijdelijke straffen voor hun zonden te verminderen. “Boetetijden en boetedagen tijdens het liturgisch jaar (de vastentijd, elke vrijdag ter gedachtenis van de dood van de Heer) zijn voor de kerk gelegenheden bij uitstek om boete te doen. Deze tijden zijn uitermate geschikt voor retraites, boetevieringen, bedevaarten als teken van boete, dingen die men zich vrijwillig ontzegt, zoals vasten en aalmoezen geven en broederlijk delen (liefde- en missiewerken)” (Cathechismus van de Katholieke Kerk, 1438). Daarom legt men vaak afstanden van 100 tot 200 kilometer te voet af. De Rooms-Katholieke Kerk heeft bedevaarten als vorm van boetedoening altijd aangemoedigd.
Bedevaartsoorden zijn ontstaan op plaatsen waar zich wonderen zouden hebben voorgedaan door de aanwezigheid van “heiligengraven”, “geneeskrachtig bronwater”, door “Mariaverschijningen” of door een combinatie hiervan. In de 20e eeuw zijn er 386 verschijningen van Maria zijn gemeld. In de tweede helft van de vorige eeuw veranderden de bedevaarten van karakter. Het accent werd verlegd van het doen van boete en van verering naar bezinning en hoop op genezing. Jaarlijks trekken miljoenen pelgrims naar de vele bedevaartsoorden die de Rooms-Katholieke Kerk kent.
In het Spaanse Santiago de Compostella bijvoorbeeld is het aantal officiële pelgrims toegenomen van 202 in 1980 tot 268.000 in 2010 (bron: Katholiek Nieuwsblad).
Het voorgaande laat zien dat als het gaat om de Mariaverering en het bezoeken van bedevaartsoorden er binnen de Rooms-Katholieke Kerk in de kern nog niet zo heel veel is veranderd en dat deze plaatsen een belangrijke plaats in het geloofsleven innemen.
Ook in Nederland vinden deze verering en het bezoeken van bedevaartsoorden plaats.
We benoemen het voorgaande niet om daarmee aan te tonen dat Rome niet veranderd is. Maar juist vanuit bewogenheid met zo velen die menen in Maria een middelares te hebben. Vanuit bewogenheid met zo velen die menen in bedevaartsoorden rust en vrede te vinden.
Dit laatste kwamen we ook sterk tegen tijdens het laatste bezoek vande projectgroep aan Polen. We bezochten daar Krakau. In deze stad, vlak bij de geboorteplaats van de vorige paus, is een nieuw bedevaartsoord in aanbouw. Alles staat er in het teken van de verering van de in april 2005 overleden paus. Het belangrijkste en centrale onderdeel is een gedenksteen met daarop een opengeslagen boek. Op de linkerpagina van dat boek staat in het Pools: “gezegende Johannes Paulus II”, met daaronder de woorden: “wees niet bevreesd.” Op de rechterpagina is een ampul met bloed ingemetseld. Mensen knielen er en vereren op die wijze de in hun ogen grote Johannes Paulus II, ook al is hij nog niet heilig verklaard.
Het eerste dat bij deze verering opvalt is dat er in bedevaartsoorden altijd een persoon, een mens, centraal staat. Het zijn mensen die volgens de leer van Rome bijzonder veel verdiensten bij God hebben, en op grond daarvan door anderen kunnen worden aangeroepen. De ene keer is dat Maria en de andere keer is dat bijvoorbeeld de vorige paus of, zoals in Santiago de Compostella, de in roomse ogen heilige Jakobus. Bij het graf van dergelijke personen zoeken bedevaartsgangers bezinning of rust, of ze maken een bedevaart om een gedeeltelijke of gehele afl aat te verkrijgen. Hierbij moet worden onderstreept wat ds. T. Vanhuysse in een van zijn boeken schrijft over het bedevaartscentrum in het Belgische Scherpenheuvel: “Dit bedevaartsoord verkondigt een ander Evangelie dan de Bijbel. Namelijk zelfverlossing en eigengerechtigheid. Daar voelt de natuurlijke mens zich immers volkomen thuis.”
Volgens de Bijbel tasten de verering en aanbidding van personen God in Zijn eer aan. Er is immers maar één Middelaar! Dat is niet Maria. Dat is niet de vorige paus. Maar Jezus Christus alleen! “In Hem hebben wij de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade” (Efeze 1:7). Nergens in de Bijbel kan enige steun gevonden worden voor “geloofsvertrouwen” in Maria, de vorige paus of wie dan ook buiten Christus. “En ik geloof vast”, schrijft ds. Vanhuysse, “dat we een veilige weg bewandelen wanneer we aan de Schrift alléén gehoor geven.”
Ieder mens, rooms-katholiek of protestants, zal moeten leren leven vanuit deze Bron.
Hiermee is ook gezegd dat het sola Scriptura, het sola gratia en het sola fide –de kernzaken van de Reformatie ook in 2012 hoogst actueel zijn.
Foto niet behorend bij artikel. Afbeelding van José Manuel de Laá via Pixabay
Gerelateerde berichten
04-01-1996 Reformatorisch Dagblad
"Paus waarschuwt voor overdrijving van Mariaverering"
Bij zijn eerste algemene audiëntie van 1996 heeft paus Johannes Paulus II gewaarschuwd voor ,,valse overdrijvingen" van de Mariaverering. Hij verwees naar...
30-03-2024 Nederlands Dagblad
Wat het bidden tot heiligen te maken heeft met het geloof in de opstanding
Katholieken bidden massaal tot Maria en de andere heiligen, protestanten doen dat niet of nauwelijks. Wat doen katholieken eigenlijk als zij tot...
27-03-2021 Reformatorisch Dagblad
Paus verwerpt Maria als „medeverlosseres”
Christus is „de enige Middelaar” en Maria is „geen medeverlosseres.” Deze opvallende uitspraak deed paus Franciscus deze week. Maar hoe staat het...