Terug naar overzicht

Theologie
Rooms-katholiek

"Bijbel en sacrament bij Rome"

IRS

01 OKT 2008

Terug naar overzicht

In het licht van 31 oktober, de aanstaande Reformatieherdenking, lijkt het mij goed en nuttig om te verwijzen naar de visie van Rome op de Bijbel. Door de vele ontmoetingen met rooms-katholieke mensen tijdens de evangelisatieweek in onze stad Tongeren, werd ik opnieuw pijnlijk getroffen door de volslagen onwetendheid over de Bijbel en het Bijbelse geloof.

Hoe vaak hebben we het niet moeten horen: “Wat moet ik nog geloven?”, “Wie zegt wat waar en goed is?”, “Als je maar doet wat je goed lijkt, dan zal God –als Hij al bestaat– ons toch niets te verwijten hebben?”, “Men heeft ons nooit geleerd hoe wij zalig kunnen worden!”

Het zijn uitspraken die zelfs in de meest oprechte rooms-katholieke kringen worden gehoord. Het gevolg daarvan is ontzettend veel leed en verdriet, omdat onze mensen de Schriften niet kennen en dus ook de Christus niet kennen. Was het niet Hieronymus die zei: “De Schrift niet kennen is Christus niet kennen”? Er is geen kennis des Heeren. Er is geen honger naar het Woord. Men kent niet de zalige rust door het geloof in Jezus Christus’ kruisoffer. Bijbels onderwijs ontbreekt in de Rooms-Katholieke Kerk. De Bijbelse verkondiging wordt er gemist! Is dat niet triest? Hoe kan men dan zalig worden? Dit kan me zo diep aangrijpen. Alleen vanuit de Bijbelse verkondiging van de volle raad Gods wordt de weg ter zaligheid gekend. Zonder die heldere verkondiging kan niemand de weg kennen.

Het gebrek aan Schriftkennis en Bijbels onderwijs bij Rome is goed te begrijpen als je weet dat de Rooms-Katholieke Kerk leert dat kennis van de Schrift niet noodzakelijk is voor de zaligheid.

Noodzakelijk voor de rooms-katholieke gelovige is te geloven in de leeruitspraken van de kerk. Bij Rome is het de paus die op grond van zijn zogenaamde onfeilbaarheid gemachtigd is om uitspraken te doen die bepalend zijn voor het geloofsleven van miljoenen volgelingen. Deze onfeilbare uitspraken (dogma’s) zijn dan ook noodzakelijk om tot de kennis der waarheid te komen. De Schrift is dan nog wel nuttig, maar niet meer noodzakelijk. Het gevolg van deze stelling is dat de kérk het onontbeerlijke middel der genade wordt. Wie zalig wil worden, behoort gebruik te maken van de genademiddelen (de zeven sacramenten) van de kerk, en in het bijzonder van het sacrament der eucharistie (misoffer).

Het misoffer is volgens Rome een echt en een waarachtig offer, een offer met een verzoenend karakter. Het concilie van Trente leert dat in de eucharistie de heiligende kracht van het bloedige kruisoffer wordt toegepast tot vergeving van de zonden, die wij elke dag bedrijven. Dit wordt werkelijkheid in het misoffer.

De verdiensten van Christus’ kruisoffer worden in het misoffer aan de gelovigen uitgedeeld. Dit betekent dat de roomskatholieke gelovige enkel door deelname aan het misoffer de vruchten van het kruisoffer deelachtig kan worden. In de encycliek “Mediator Dei” van paus Pius XII wordt duidelijk gesteld: “Om derhalve te maken dat hun verlossing en zaligheid daadwerkelijk tot stand komt en door God wordt aanvaard, is het volstrekt noodzakelijk dat de mensen elk afzonderlijk in vitaal contact komen met het kruisoffer en dat aldus de verdiensten daarvan op hen worden toegepast.”

Vanuit deze optiek verliest het Woord van God zijn centrale plaats en heeft het nog slechts een pedagogische betekenis. Intriest is dit! Want het zijn toch de Schriften –Gods Woord– die ons van Jezus Christus getuigen en ons de rijkdom ontsluiten van de heerlijkheid Gods!

Luther zei: “Zult gij zalig worden, dan moet gij van het Woord Gods zo zeker zijn, dat, ofschoon ook alle mensen anders zeiden, ja zelfs alle engelen er “neen” op spraken, gij evenwel alleen daarop zou kunnen staan en zeggen: Nog weet ik dat dit Woord recht is.”