Terug naar overzicht

Theologie
Protestant
Rooms-katholiek

"Zeven sterke peilers waarop protestanten en katholieken een brug kunnen bouwen"

IRS

01 SEPT 2004

Bildnis_des_John_Wesley

Terug naar overzicht

Het is een vergeten verdriet van de protestanten en een verdrongen feit voor de katholieken: de kerk van Christus is verdeeld. Het gebed van Jezus om eenheid moet beschamen Oecumene is een uiterst complexe zaak geworden; een kluwen van leerstellige verschillen en onopgeloste kwesties. Sommigen roepen dan maar in alle eenvoud: "Oecumene van het hart". Heel mooi, ontroerend zelfs, maar wat bedoelen we nu met oecumene?

Het is zeker niet mijn bedoeling in dit artikel de felbegeerde sleutel van een nieuwe eenheid aan te reiken. Wel hoop ik door middel van dit artikel mijn steentje bij te dragen aan het gesprek tussen protestanten en katholieken. Dit doe ik aan de hand van de werken van de Engelse opwekkingsprediker John Wesley (1703-1791), ook wel "de theoloog van het hart" genoemd. Voor alles was hij een evangelist, prediker en leider. Zijn bijdrage over de relatie tussen katholieken en protestanten is eerder praktisch dan dogmatisch.

Eerst wil ik wat achtergrondinformatie geven over de gespannen tijd waarin Wesley leefde. De atmosfeer tussen de kerken in het Engeland van de 18e eeuw was ronduit bitsig en vijandig. Men had verschillende godsdienstoorlogen achter de rug. Kerkelijke identiteit en nationaliteit werden heel sterk met elkaar geïdentificeerd. De papisten werden gezien als vijanden van Engeland en zelfs van het christendom als geheel. Oliver Cromwell (f1658) gaf ruimte aan diverse vormen van protestantisme, maar de katholieken werden absoluut niet getolereerd. Een gelijkaardig antikatholiekbeleid kwam er onder de Nederlander Willem III. Hij regeerde in Engeland van 1689-1702. Ook hij gaf ruimte aan de veelkleurigheid van de protestanten, maar de katholieken werden niet geduld.

Typerend voor het klimaat is de duiding van de paus in de Westminster Confessie (1646) als de antichrist. Omwille van de vriendelijke houding van Wesley tegenover de roomsen werd hij vaak beschuldigd en gezien als "papist". Zo kennen we de anekdote dat tijdens een van zijn preken iemand riep: "Hij is een jezuïet, dat is toch duidelijk!" Waarop een katholieke priester uit het publiek terugriep: "Neen dat is hij niet, ik wenste het bij God dat hij het was!" Kortom, het religieuze klimaat in die tijd was compleet anders dan dat van het huidige geseculariseerde denken, waar tolerantie als de moederdeugd wordt vereerd.

Dit artikel besteedt vooral aandacht aan een brief die Wesley schreef aan Ierse katholieken (1749). Hij heeft deze geschreven nadat hij drie keer evangeliearbeid deed in het katholieke Dublin. De methodistengemeente in Dublin heeft de brief vervolgens uitgegeven als een traktaat om zodoende haar positie tegenover de katholieken te omschrijven. Het spreekt me vooral aan omdat de brief een houding beschrijft die protestanten in een katholieke omgeving moeten innemen.

Eerst volgt een korte samenvatting van deze brief (d.d. 18-7-1749) en daarna zeven principes voor het gesprek tussen protestanten en katholieken.

Wesley begint zijn brief met zijn geliefde thema: het hart. Hij vraagt om ons hart milder te stemmen en ons te laten vervullen met de broederliefde. Alle bittere vooroordelen en vijandsbeelden moeten plaatsmaken voor een bewustzijn dat "de Zoon van God ons met Zijn bloed" heeft gekocht. Wesley hoopt met een milde en niet-aanvallende wijze duidelijk te maken dat de protestanten niet zulke "monsters" zijn als men wel gelooft. Pas na het opruimen van enkele emotionele obstakels steekt Wesley van wal met een indrukwekkende geloofsbelijdenis. Het eerste deel, hoe kan het ook anders, is een trinitarische omschrijving van God. Hij benadrukt de soevereiniteit van de Vader en de twee naturen van Christus en Zijn werk als Profeet, Priester en Koning.

Verder belijdt Wesley het werk van de Heilige Geest, Die ons inzicht geeft en heiligt naar het beeld van de Zoon. Vervolgens belijdt hij de universele of katholieke kerk van Christus, waar alle gelovigen toe behoren. Hij eindigt met het evangelie van de vergeving van zonde, de opstanding en het laatste oordeel. En dan komt, na de kernbelijdenis, een belangrijke wending in zijn betoog: "Nu, is er dan iets mis met dit alles Is er één punt dat jullie niet geloven zoals wij. Maar jullie denken dat we méér dan dit moeten geloven."

Vreemd genoeg weigert Wesley dit "meer" als een verschilpunt in te gaan. In plaats daarvan stelt hij een nieuwe vraag: "…als iemand dit alles oprecht gelooft, kan hij dan nog verloren gaan." Niet als deze geloofsinhoud werkelijk wordt beleefd. Want inderdaad, als dit geloof slechts een theorie is dan wordt men niet gered. Daarom toont hij aan wat de "echte protestant" is. Wesley neemt hier met scherpe bewoordingen afstand van allen die in zware zonden leven. Deze mensen zijn geen protestanten, het zijn zelfs geen christenen. "Een echte protestant gelooft in God, vertrouwt volledig in Zijn genade, vreest Hem met intieme vrees en heeft Hem lief met geheel zijn ziel."

Dit moet een katholiek toch ook beamend Daarom, zo concludeert Wesley, het gaat er niet om dat we van religie veranderen: "Ik overtuig u niet om uw godsdienst te verlaten, maar te streven naar de vreze en liefde voor God, zonder welke alle godsdienst nutteloos is."

Al onze aanbidding moet gebeuren in Geest en in waarheid. Verder zal een echte protestant in gehoorzaamheid aan zijn Heere zijn naaste liefhebben als zichzelf. Hij eert zijn vader en moeder en onderwerpt zich aan de wereldse autoriteiten.

Hij leeft rein in gehoorzaamheid aan Gods geboden. Opnieuw vraagt Wesley: Hebben jullie hier iets op tegen^- Zijn jullie dan niet evenzeer een ware protestant^ Verwijzend naar Jezus'' woorden doet Wesley een krachtige oproep tot liefde tot vijanden. Ook al zijn de meningen verschillend, het gebod van de liefde blijft altijd bestaan. Na een lange litanie van retorische vragen over de christelijke levenswandel eindigt hij: "Dit is het ware en oorspronkelijke christendom. O, wanneer zal dit worden verspreid over heel de aarde!" God heeft ons lief en daarom moeten we elkaar liefhebben. Daar gaat het in de eerste plaats om en dat bepaalt hoe we met elkaar omgaan en hoe we over elkaar spreken. We mogen alleen de zachte taal van de liefde spreken. Alles wat tegen deze tedere gedachten en gevoelens ingaat, moeten we uit ons hart wegnemen. De bijl moet aan de wortel van de bitterheid worden gelegd. Iedere gelovige is verantwoordelijk voor zichzelf dat hij de religie van de liefde niet tekortdoet. Door de verzoening aan het kruis hebben we allen de liefde van God ontvangen. Zo eindigt Wesley met Christus in het centrum en hiermee overstijgt hij alle kerkelijke grenzen.

Uit naar zijn brief en andere relevante literatuur kunnen we enkele belangrijke principes afleiden voor het gesprek tussen protestanten en katholieken.

1. We spreken van hart tot hart. Wesley is ongetwijfeld de theoloog van het hart. Hij ziet de innerlijke beleving van het geloof als authentieke godsdienst. Hij wil de andere persoon ontmoeten en boven alles verlangt hij ernaar samen met hem God te ontmoeten. Volgens Wesley kunnen we één van hart zijn zonder één van opinie te zijn. De liefde van God doorkruist niet alleen alle vijandschappen en nationale verschillen, ze gaat ook door alle kerkmuren heen. Wesley wil een open gemeenschap scheppen waarbinnen de verschillen eerlijk besproken kunnen worden. Daarom moeten eerst vele vooroordelen uit de weg worden geruimd. De oecumene begint bij een relatie en een oprecht luisteren naar elkaar.

2. We denken vanuit een katholieke gezindheid.

Van groot belang als achtergrondinformatie is een andere rede van John Wesley: "De katholieke gezindheid". Katholiek wordt hier uitgelegd als "universeel" of "algemeen" (Grieks: katholikos). Er is zoiets als de universele kern van het christelijke geloof. In zijn toespraak over de katholieke gezindheid maakt Wesley een onderscheid tussen doctrine en opinie. Bij doctrine gaat het om de kernpunten van het geloof zoals we die uit de Schrift verstaan in het licht van de traditie van de Oude Kerk. Opinies of meningen zijn onzekerder en speculatiever. Opinies zijn menselijke concepten van het geloof. "We denken en laten denken." Er zal nooit eenheid komen via de weg van opinies: "Maar hoewel een verschil in opinie of vorm van eredienst een volledige uiterlijke eenheid kan beletten, moet dat daarom ook onze eenheid in genegenheid belettend Hoewel we niet op dezelfde wijze denken, kunnen we daarom niet op dezelfde wijze liefhebbend Kunnen we niet één van hart zijn, hoewel we van opinie verschillend Ongetwijfeld kunnen we dat. Hierin kunnen alle kinderen van God zich verenigen, ondanks deze kleinere verschillen."

3. We verzamelen ons rondom de Heilige Schrift.

Wesley noemde zich graag "de man van één boek", de Bijbel. Op een fijngevoelige manier probeert hij de katholieken terug bij deze bron van het geloof te brengen. De Bijbel is niet alleen een bron van informatie, maar het is het boek dat ons tot een geheiligd leven brengt. Het gaat hem eerst en vooral om een "bijbels christendom", en niet om een denominatie. Maar voor Wesley is de Bijbel meer dan een informatiedrager. Het gaat om het Woord dat de Geest tot ons spreekt en waardoor Hij ons, katholieken en protestanten, bij elkaar brengt. Door de Schrift ontmoeten we Jezus Christus, en daar gaat het om.

4. We zoeken naar het oorspronkelijke christendom.

Wesley maakte gebruik van heel wat oude "katholieke" schrijvers. In de door hem samengestelde "Christelijke Bibliotheek", een verzamelreeks van vijftig banden, vinden we ook het werk van wat we hier maar gemakshalve katholieke mystici noemen. Voor ons nog bekend zijn: broeder Laurentius, Johannes van Avila en uiteraard Thomas a Kempis. Vooral deze laatste had grote invloed op de spiritualiteit van Wesley. Voor hem waren ze niet rooms, maar een deel van het christelijke erfgoed dat ons inspireert om geheiligd te leven. Juist dit "oorspronkelijke christendom" geeft de basis voor een groeiende theologische eenheid. Behalve op de grote katholieke schrijvers over heiliging steunde Wesley sterk op de kerkvaders. Hier moet ook vermeld worden dat Wesley in dit opzicht vooral naar de Griekse of oosterse traditie keek. De kerkvaders uit de eerste periode van de vervolging krijgen bij hem een grote plaats. Zijn theologie geeft een aanzet tot een vorm van traditionele of orthodoxe oecumene waarbij de leer van het oude christendom zwaar weegt. Een goede kennis van de oude traditie zal bijdragen tot een grotere eenheid.

Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de traditie een hulpmiddel is om de Schrift juister te verstaan, maar het is zeker niet de norm die de Schrift vervangt.

5. Het gaat niet alleen om de leer, maar ook om de wandel.

Opvallend is de nadruk van Wesley op het christelijke leven. De navolging van Christus is voor ieder mens gelijk. Wesley verheft de dialoog tot het thema van christelijke spiritualiteit. Heel anders dan vele protestanten benadrukt Wesley het grote belang van goede werken. Niet als weg tot redding, maar als noodzakelijke uiting van het werk van Gods Geest in ons. Verlossing en heiliging kunnen niet van elkaar worden losgekoppeld; Wesleys visie kan hier als een correctie worden gezien op de overreactie van sommige protestanten op het geloof in goede werken van de katholieken. Het is bekend dat Wesley op dit punt veel kritiek heeft gekregen van de meer traditionele calvinisten en lutheranen.

6. Het gaat niet zozeer om instituten dan wel om individuen.

Wesley begrijpt dat onder meer de erediensten van katholieken en protestanten te verschillend zijn en dat op dit vlak het samengaan heel moeilijk zal zijn. Maar dat betekent niet dat we niet één kunnen zijn in liefde en goede werken. Enerzijds vermijdt Wesley de institutionele discussie en richt hij zich op het hart, anderzijds is hij realistisch genoeg om te beseffen dat deze kerkelijke kloof een pijnlijke realiteit is. Het is duidelijk dat zijn brief vooral gericht is aan de leek, en niet aan de clerus. Mogelijk zou hij scherper geweest zijn tegenover de kerkelijke autoriteiten die allerlei dwalingen in stand houden.

"Het spreekt voor zich dat met deze zeven principes de kloof tussen protestanten en katholieken niet is overbrugd. Maar het zijn zeker zeven sterke peilers waarop protestanten en katholieken een brug kunnen bouwen"

Afbeelding niet behorend bij artikel. Van Universitätsbibliothek Leipzig, PDM-owner, via Wikimedia Commons