Terug naar overzicht

Rooms-Katholiek
Kerkorganisatie

Dit zijn de vier toverwoorden waarmee de Rooms-Katholieke Kerk zichzelf wil hervormen

Nederlands Dagblad | Hendro Munsterman

09 JULI 2024

the-basilica-2417378_1920

Terug naar overzicht

De slotfase van de katholieke kerkhervormingssynode ontwijkt hete hangijzers als priestercelibaat, vrouwenwijding en homoseksualiteit. Het focust op vier dieperliggende speerpunten om de Rooms-Katholieke Kerk te hervormen.

Het werkdocument dat dinsdagmiddag in het Vaticaan werd gepresenteerd pleit voor een kerk waar leken, vrouwen en verschillende culturen zichtbaar zijn en medeverantwoordelijkheid dragen.

Hoe kan het dan dat dit document, waar de bisschoppensynode in oktober vier weken lang over zal vergaderen, door vier Europese, celibataire en gewijde mannen werd gepresenteerd? ‘Wat het document beschrijft, is de situatie waar we naartoe willen’, antwoordde kardinaal Jean-Claude Hollerich. Eraan toevoegend: ‘Wat u hier aan tafel ziet, weerspiegelt de actuele situatie.’

De vijfendertig pagina’s van het document zijn een samenvattende weerslag van wat er de afgelopen maanden door 117 bisschoppenconferenties en oosters-katholieke kerken naar Rome is gestuurd. Daarnaast waren er meer dan tweehonderd bijdragen van faculteiten en universiteiten, verenigingen, bewegingen en religieuzen, internationale pastoors en zes theologische commissies.

Welke kant wil de katholieke kerkhervorming op? Wie dit theologische document analyseert, ziet vier speerpunten oprijzen.

Medeverantwoordelijkheid (‘co-responsibility’)

Vanuit het doopsel zijn alle gelovigen mede-verantwoordelijk voor de kerk en haar zending in de wereld. Daarom moeten bisschoppen en pastoors leken meer gaan betrekken bij besluitvormingsprocessen. Het is nodig dat ‘de hele kerk, inclusief de ambtsdragers, zich werkelijk bekeert en hervormt’.

Leden van de kerk moeten ‘op alle niveaus van het kerkelijk leven samenkomen, naar elkaar luisteren en in gesprek gaan om tot een gemeenschappelijke onderscheiding te komen en zo een consensus te bereiken die uitdrukking is van de aanwezigheid van Christus’.

De gedeelde verantwoordelijkheid moet ook leiden tot het toelaten van leken - vrouwen en mannen - tot het preken tijdens eucharistievieringen en grotere mogelijkheden om in plaats van de priester of diaken te dopen of kerkelijk getuige te zijn bij sacramentele huwelijken.

Een bijzonder voorstel betreft de mogelijke instelling van een nieuw kerkelijk ‘luister- en begeleidingsambt’, dat door leken vervuld kan worden. Dit moet ‘een “open deur” zijn waardoor mensen tot de kerk kunnen komen zonder zich bedreigd of veroordeeld te voelen’.

Rekenschap (‘accountability’)

Als besluiten eenmaal genomen zijn, moeten kerkleiders transparant rekenschap afleggen over de wijze waarop zij daartoe zijn gekomen.

Volgens een ingewijde kwam vanuit Westerse landen, waar het kerkelijk seksueel misbruik en de vaak systematische toedekking ervan diepe wonden heeft geslagen, vooral de roep om ‘accountability’ bij benoemingen van pastoors en bisschoppen.

Vanuit ontwikkelingslanden, waar het seksueel misbruik veelal nog geen thema is, maar men vaak kampt met corruptie, werd vooral gevraagd om de plicht tot het afleggen van financiële rekenschap.

Ook stelt het document voor dat leden van verschillende kerkelijke raden, zowel op het niveau van de parochie als van het bisdom, in meerderheid ‘niet door de bisschop of pastoor benoemd worden, maar op een andere manier die het mogelijk maakt de realiteit van de gemeenschap te weerspiegelen’. Een opening naar meer democratie in de Katholieke Kerk.

Vrouwelijkheid

Volgens het document moet er ‘een grotere erkenning’ komen van vrouwen in de kerk.

Hoewel op veel vlakken de bijdrage van vrouwen al mogelijk is, worden deze mogelijkheden te vaak niet benut, ook als het gaat om pastorale taken. Bisschoppen en priesters moeten daarom opgeleid worden om beter zicht te krijgen in ambten en taken die vrouwen ook nu al kunnen uitoefenen.

De vraag of dat alles ook moet leiden tot vrouwelijke diakens wordt slechts zijdelings aangestipt. ‘Terwijl sommige lokale kerken daarom vragen, geven anderen uiting aan hun oppositie.’

Hoewel de bisschoppensynode van oktober dit onderwerp niet zal behandelen, zal een van de tien door paus Franciscus opgerichte studiegroepen (zie kader) zich met deze thematiek bezighouden.

Afgelopen april leek paus Franciscus de mogelijkheid van vrouwelijke diakens nog uitdrukkelijk uit te sluiten. Hoe is dat te verenigen?

Kardinaal Mario Grech: ‘Op dit moment is het een ‘nee’, maar tegelijkertijd heeft de Heilige Vader gezegd dat de theologische reflectie en studie door moet gaan. Voor mij is dat geen tegenstelling.’

Diversiteit

Het document stelt ten slotte dat de katholieke wereldkerk bestaat uit een grote verscheidenheid van culturen en contexten. Dat betekent dat op een aantal vragen verschillende antwoorden mogelijk zijn. Dit al naar gelang de pastorale situatie, zonder de eenheid in gevaar te brengen. Het document herhaalt de noodzaak van een ‘heilzame decentralisatie’. Dit vraagt ook om lokale ‘pastorale en liturgische aanpassingen’.

Daarom moeten lokale bisschoppenconferenties worden ‘erkend met hun eigen gezag op het gebied van de kerkelijke leer’, een idee waartegen paus Benedictus XVI zich altijd heeft gekeerd.

Om hieraan uiting te geven, heeft de synode de vraag naar polygamie afgelopen oktober naar de Afrikaanse bisschoppen gedelegeerd. Zij zullen in oktober verslag afleggen van hun ‘studie naar de theologische en pastorale implicaties van polygamie voor de kerk in Africa’, zei Grech.

De ontweken vragen

Meerdere van de heikele vragen die tijdens de inmiddels tweeënhalf jaar durende synode zijn besproken, zijn inmiddels door de paus van de synodetafel gehaald. Zo kan de synode zich meer focussen op de synodaliteit zelf. Daarbij gaat het om kwesties als het vrouwelijk diaconaat, homoseksualiteit, priestercelibaat. Paus Franciscus heeft daarvoor tien studiegroepen opgericht.

De studiegroepen zijn volgens het Vaticaan ‘een vrucht van de synode’. Over een aantal van deze ‘belangrijke onderwerpen’ bestond afgelopen oktober ‘een grote overeenstemming, bijna altijd boven de negentig procent’. De studiegroepen zullen de paus in staat stellen, als zij in juni 2025 klaar zijn met hun werk, besluiten te nemen.

In twee van deze commissies zijn twee Nederlandse vrouwelijke theologen benoemd: de hoogleraren kerkrecht Astrid Kaptijn (Fribourg, Zwitserland) en Myriam Wijlens (Erfurt, Duitsland).

Afbeelding van Joanna Gawlica-Giędłek via Pixabay