Terug naar overzicht

Rooms-Katholiek
Kerkorganisatie

In de helft van de Nederlandse parochies praten gelovigen mee over de toekomst van de Katholieke Kerk

Nederlands Dagblad | Sanne Gerrits

23 APR 2024

dom-224038_1280

Terug naar overzicht

Wereldwijd zijn katholieken in gesprek over waar het naartoe moet met hun kerk. Hoe zit dat in Nederland? In sommige parochies heerst enthousiasme, in andere is het opvallend stil, blijkt uit een peiling van deze krant. ‘Als we niets doen, zal er binnenkort van een mooie parochie niets meer over zijn.’

Het was de afgelopen weken de tweede keer dat katholieken, in hun parochie of binnen andere kerkelijke kaders mochten meepraten over de toekomst van hun kerk. De eerste keer was twee jaar geleden bij aanvang van het ‘synodale proces’ van paus Franciscus.

Hij wilde van onderop horen wat er leeft binnen de Katholieke Kerk. Afgelopen week moesten alle verslagen van deze gesprekken naar de betreffende bisdommen worden gestuurd. Een landelijke synthese ervan moet uiterlijk 15 mei naar Rome worden gezonden.

Een oproep onder lezers van de nieuwsbrief ND katholiek om ervaringen te delen leverde  177 antwoorden op, uit alle bisdommen van Nederland. Een kleine groep respondenten kwamen uit Vlaanderen en de Nederlandse Antillen.

Ongeveer driekwart van de respondenten had in de thuisparochie over de tweede parochiële gespreksronde gehoord. Bij iets meer dan de helft stonden er in de parochie ook concrete gesprekken gepland. Ruim een derde van de ondervraagden heeft ook daadwerkelijk deelgenomen aan een synodaal gesprek in het kader van de tweede ronde.

We zagen daarna veel elan en we zeiden tegen elkaar: ‘Dit hadden we veel eerder moeten doen’.

De enquête kan geen aanspraak maken op volledige representativiteit. Toch vallen enkele verschillen op. Respondenten uit bisdom Haarlem-Amsterdam gaven half zo vaak als andere bisdommen aan iets te hebben gehoord over de tweede gespreksronde. Mensen uit bisdom Rotterdam gaven opvallend vaak aan niet aan de gesprekken te hebben deelgenomen, terwijl zij er ongeveer even vaak van hadden gehoord als gelovigen uit andere bisdommen.

Het aartsbisdom Utrecht en het bisdom Den Bosch scoren het best als het gaat over informatie over de synode (rond driekwart), organisatie van gesprekken in parochies (ongeveer de helft) en deelname aan de gesprekken (ongeveer een derde van de respondenten). Het bisdom Groningen-Leeuwarden scoorde op al deze punten verreweg het slechtst.

elan

Pastoraal werker Carla Berbée uit Enschede was meteen enthousiast over de nieuwe synodale gesprekken. ‘Bij de eerste ronde heb ik veertig gesprekken gevoerd. We sloten aan bij groepen die toch al in de kerk samenkwamen, zoals bij het koffiedrinken na de mis en doopvoorbereidingsavonden’, vertelt ze.

‘Het materiaal dat we van het bisdom aangereikt kregen (red. een document van tientallen pagina’s) hebben we wat omgewerkt, zodat het meer een geloofsgesprek werd. Er kwam uit dat de parochianen de liturgie ontoegankelijk vonden en meer plaats voor de kinderen wilden. Dat hebben we meteen ter harte genomen, twee jaar geleden. We zagen daarna veel elan en we zeiden tegen elkaar: ‘Dit hadden we veel eerder moeten doen’.’

Daarom organiseerde de parochie vorig jaar een extra gespreksronde over diaconie. ‘Dit jaar was het thema kerkbetrokkenheid. Ik sprak met twaalf groepen van in totaal zestig mensen over de verhouding van mannen en vrouwen binnen de kerk en de toegankelijkheid van de kerk. Alles is in de kerk erg toegespitst op de sacramenten, die vaak ver van het gewone leven van mensen afstaan.’

De pastoraal werker is ‘een beetje boos’ over de wijze waarop het bisdom over de synode communiceerde. ‘Na een maandenlange stilte rond synodaliteit moesten er ineens in korte tijd gesprekken worden georganiseerd. Ik had meer mensen willen spreken, maar dat is niet gelukt. Willen ze de uitkomst eigenlijk wel horen?’

genoeg gepraat

Maar niet in alle parochies werd even enthousiast gewerkt. ‘Toen ik voorstelde om synodale gesprekken te houden, kreeg ik van de pastoor te horen dat er al genoeg gepraat (synodaal) wordt in de parochie. Hij had er duidelijk geen zin in’, schrijft een respondent. Anderen noemen hun parochie ‘in zichzelf gekeerd, niet gericht op de wereldkerk’.

‘Als er al discussie heeft plaatsgevonden binnen de parochie, dan zijn parochianen niet via de diverse kanalen uitgenodigd voor deelname’, vertelt een respondent. ‘Over de laatste ronde heb ik navraag gedaan. Mij werd gezegd dat een nieuwe discussie niet meer aan de orde was.’ Gelovigen maken zich zorgen. ‘Als we niets doen, zal er binnenkort van een mooie parochie niets meer over zijn.’

Sommige deelnemers vragen zich bovendien af wat er van alle gesprekken in Rome zal aankomen. ‘De gekleurde samenvatting van de gesprekken geschiedde door leden van het pastoraal team…’, oordeelt een van de deelnemers aan de enquête.

Maar het kan ook andersom gaan. Pastoor Stiekema uit Emmen schrijft: ‘Ik ben de pastoor van de parochie. De eerste ronde heb ik een avond georganiseerd, die alom was aangekondigd. De opkomst was zeven personen, een miniem aantal in verhouding tot het aantal parochianen.’

Op zich vindt hij het synodale gesprek ‘een leuke route om te gaan’. Maar de pastoor vindt de aangeleverde documenten ‘zo ingewikkeld, dat het ook veel tijd kost om het voor een gesprek met parochianen toegankelijk te maken.’ Deze tweede ronde heeft hij niets meer georganiseerd. ‘We zijn momenteel erg druk met reorganiseren. Ik kan niet alles behappen.’

Afbeelding van Niek Verlaan via Pixabay