"Reformatorisch licht op de R.K. Kerk" Artikel van Ds. Meyboom en Dr. De Ridder
Protestants Nederland
01 JAN 1963
Overeenkomstig eerdere aankondiging publiceren wij thans weer twee „gespreksthema's" van de onder bovenstaande titel door het Nederlands Protestants Convent, Prins Hendriklaan 10a te Utrecht uitgegeven cursus van 12 lessen, onder redactionele verantwoordelijkheid van Ds. H. B. Meyboom en Dr. A. C. de Ridder.
Het huwelijk
Zaak van de kerk of van de wereld ?
Rome en de Reformatie geloven beide, dat het huwelijk door God is ingesteld. Niet alleen in de schepping van de mens als man en vrouw acht men deze zekerheid gegeven. Maar ook in het feit, dat de wereld der mensen op de liefde is aangelegd en het huwelijk daarvan een toegespitste uitdrukking is. Het huwelijk is Gods goede gave aan de mensen. Er is echter verschil van mening over de vraag in hoeverre dit huwelijk-naar-Gods-bedoeling is aangetast door de zonde.
In de reformatorische gedachtengang acht men het huwelijk tot in zijn natuurlijke voegen door de zonde aangetast. Niet als door een kracht van buiten de mens, maar juist door een kracht van binnen-uit. Het egoïsme bijvoorbeeld doortrekt èn het geestelijke èn het lichamelijke samenleven van man en vrouw. Het héle huwelijk beantwoordt door de zonde niet meer aan Gods bedoeling.
De r.k. kerk daarentegen zegt hier: zo is het niet. Allereerst is er het natuurlijk-gegevene, dat onaangetast blijft bestaan; het biologische dat zijn innerlijke wetmatigheid heeft behouden, zó dat hieruit een natuurwet kan worden afgeleid (hierop komen we nog terug). Ten tweede is ook het geestelijke aspect van het (huwelijks) leven niet zo tot in zijn wortels aangevreten. Er is wel wanorde onstaan, bijv. in het driftleven. Maar deze wanorde kan worden „geregeld" door de genade. Ja, de genade van Jezus Christus brengt naar r.k. leer het huwelijk op een hoger plan. Zelfs het récht der kerk geeft hieraan uitdrukking: „Christus heeft het huwelijkscontract tussen gedoopten alszodanig tot de waarde van een sacrament verheven." (canon 1012;. Dat wil zeggen: „De natuurlijke realiteit van het huwelijk wordt door Christus verheven tot een sacramentele werkelijkheid in de Kerk." (Dr. Anciaux - Het sacrament van het huwelijk)
Om dit sacrament heeft de r.k. kerk zijn huwelijksrecht opgebouwd. Dit houdt onder andere in, dat rooms-katholiek gedoopten alleen een geldig huwelijk binnen de= r.k. kerk kunnen sluiten. Gebeurt dit niet dan sluiten de betreffende personen zich hierdoor uit van deelneming aan het sacramenteel leven der r.k. kerk, te weten van de biecht, communie en doop. Conclusie: voor de r.k. kerk is het huwelijk allereerst en allermeest zaak van de (r.k.) kerk. De staat — de overheid — is er slechts voor de effectuering van de burgerlijke gevolgen van het huwelijk. Dit komt mede doordat de r.k. kerk zichzelf — tegenover de staat — als de societas perfecta, de volmaakte maatschappij, ziet.
Hoewel de reformatorische kerken niet minder geloven, dat het huwelijk is ingesteld door God — hoewel zij de gevolgen der zonde t.a.v. het huwelijk als veel meer verwoestender zien dan de r.k. kerk — hoewel zij voluit de verzoening in Christus en de genade door Christus als enige mogelijkheid van het gelovig-beleefde huwelijk erkennen — zijn zij toch van mening, dat dit huwelijk niet zaak van de kerk is, maar zaak van de wereld. In de reformatie geldt het huwelijk niet als sacrament. De bijbelse fundering daartoe ontbreekt.
Al is de vertaling van het Latijnse woord geheimenis in de tekst van Efese 5 : 32: „dit geheimenis, n.1. dat die twee tot één vlees zullen zijn, is groot", sacramentum — daarmee is het huwelijk op zichzelf nog geen sacrament. Er zijn in de Bijbel meer geheimenissen, die geen sacrament zijn (bijv. Marcus: „U is gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods" — of: Colloss. 4 : 3 — „om te spreken van het geheimenis van Christus"). En de sacramenten van doop en avondmaal zelf worden niet als een geheimenis bestempeld.In de reformatie hangt het huwelijk niet aan het sacrament, maar aan het Woord. In Christus het vlees-geworden Woord, heeft zich de genade van God verwerkelijkt. Het sacrament is daarvan niet meer en niet minder dan een téken. Welnu, het Woord gaat inderdaad uit in de wereld. Het wil — niet buiten de kerk om — in de wereld worden gehoorzaamd. Ook door de gehuwden.
Onontbindbaarheid en scheiding van het huwelijk
Beide — de reformatie en de r.k. kerk houden vast aan de door God gewilde en gestélde onontbindbaarheid van het huwelijk. De r.k. kerk acht deze onontbindbaarheid echter gegeven in het sacrament van het huwelijk. Dit sacrament gééft dan ook de genade die nodig is tot handhaving der eenheid. M.a.w. scheiding is eigenmachtige afsnijding van de met het sacrament gegeven kracht der genade. De r.k. kerk ként daarom ook niet de scheiding, alleen die van tafel en bed. Ze èrkent deze scheiding — voltrokken door de overheid — evenmin.
De vragen, die uit de reformatie opkomen, zijn: a. Is met deze verankering van de onontbindbaarheid in het sacrament niet te laag gemikt? De onontbindbaarheid ligt verankerd in Gód, in Zijn gebod en belofte — niet in een sacrament noch in de genade, die uit dit sacrament zou voortvloeien. Déze verankering in Gods bedoelen zelf maakt de verantwoordelijkheid van de gehuwden eerder groter dan kleiner.
b. Maar nu vraagt de reformatie: mag een kerk dit gebod en deze belofte als het ware overnemen van God om ze t.a.v. de onder haar zegen gesloten huwelijken te hanteren op de wijze van de wet? Worden daarmee ook niet de ki''acht en de diepte der zonde gekleineerd ?
Het huwelijk en de voortplanting
De r.k. kerk handhaaft de lichamelijke gegevenheid van het man en vrouw zijn van de mens zozeer, dat ze daarin een wetmatigheid ziet opgesloten. Deze wet kan en moet gehouden worden d.m.v. de in het huwelijkssacrament gelegen kracht der genade. Met andere woorden: het huwelijk is allereerst en allermeest gericht op de voortplanting. Daarnaast — eigenlijk daarna — op de vereniging-in-de-liefde. De r.k. kerk meent dan ook, dat de periodieke onthouding de enige geoorloofde methode is t.a.v. de geboorteregeling. Immers deze mogelijkheid is gegeven in de natuur zelf. Daarom verbiedt de natuurwet en daarmee de r.k. kerk, die deze wet hanteert, alle andere mogelijkheden (huwelijksmoraal en biechtpraktijk zijn vol van deze kwestie).
In de reformatie verzet men zich tegen een der" gelijk tot-uitgangspunt-nemen en tot-wet-stellen van de natuurlijke .gegevenheid van de mens. Het huwelijk is niet allereerst en allermeest gegeven als voortplantingsmogelijkheid. Het huwelijk is de door God ingestelde mogelijkheid tot volledige geestelijk-lichamelijke liefde tussen één man en één vrouw. Deze beantwoordt in zichzelf aan de bedoeling van God en niet pas wanneer zij gericht is op de verwekking van een kind. Dat betekent: dat de verantwoordelijkheid ten aanzien van de geboorteregeling niet opgaat in het zich-houden aan de „natuurwet", maar zich verwerkelijkt in de totale verantwoordelijkheid der beide partners tegenover God. Hij is de Heer.
Zo zijn er fundamentele verschillen tussen de r.k. kerk en de reformatie. Deze verschillen v erken zich uit in de hele samenleving. De kwestie van het huwelijk als zaak van de kerk of van de wereld is terug te vinden in r.k. pogingen om het r.k. kerkelijk huwelijk boven het burgerlijk huwelijk te stellen (niet alleen in de geloofsbeleving, want daar is dat allang zo, maar ook in de civiele wetgeving) — die van de onontbindbaarheid treft men in de discussies over de echtscheidingsgronden terug — die van de geboorteregeling en daarachter die van het dóel van het huwelijk in vele kranten en tijdschriften, maar ook bijv. in de hulp aan de „onderontwikkelde" gebieden.
Het gemengde huwelijk
Uiteraard spelen deze verschillen, die alle het wézen van het huwelijk en de gewétens der partners betreffen, ook een grote rol in het prot.-r.k. gemengde huwelijk. Dit is al van uitermate groot belang. De gelovige protestant denkt totaal anders over het huwelijk dan de gelovige r. katholiek. Daar komt echter bij, dat de r. katholiek en de protestant een heel andere geloofsbeleving kennen. Dat wil zeggen: de geloofsléér verschilt diametraal. Maar ook bij het geloofsleven is dit zo. Denkt U aan de beleving van de kerkdienst — het gebed — het beleven van de verantwoordelijkheid tegenover God — de verhouding priester-leek (met o.a. de biecht) en de verhouding predikant-gemeentelid.
En daar komt weer bij, dat de r.k. kerk het gemengde huwelijk binnen haar kerk slechts bij dispensatie toestaat, wanneer de protestantse partner belooft „het gevaar voor geloofsbederf van de katholieke partij te zullen verwijderd houden" — wanneer béiden beloven de eventuele kinderen binnen de r.k. kerk te doen dopen en op te voeden — en wanneer de r.k. partij de verplichting aanvaardt op voorzichtige wijze de bekering van de ander (tot de r.k. kerk) te bewerken (canones 1061, 1062).
Deze beloften en verplichtingen vormen tevens de toegangsweg voor de r.k. zielszorg t.a.v. het gemengde huwelijk. Duidelijk is, dat deze clausulering van het gemengde huwelijk afbreuk doet aan de gelovige vrijheid van de partners. Uiteraard zijn er ook andere mogelijkheden: het burgerlijk huwelijk met al of niet daarna de inzegening in een protestantse kerk. Maar met beide snijdt de r.k. partner zichzelf af van de mogelijkheid van de ontvangst van de genademiddelen van zijn kerk. En dat is voor hem of haar heel erg. Bovendien is juist dit de invalspoort voor de tot terugkeer-oproepende zielzorg der r.k. kerk, welke veel conflicten in het huwelijks- en gezinsleven kan aanbrengen.
De reformatorische kerken zien het als hun taak om de bestaande gemengde huwelijken zoveel mogelijk de richting te wijzen tot het vinden van een gezamenlijke geloofsweg in het hele huwelijks- en gezinsleven. Daarnaast voelen zij zich verplicht personen, die gemengd willen huwen zo objectief mogelijk in te lichten over de daaraan verbonden grote moeilijkheden; deze inlichting kan alleen maar goed geschieden wanneer zij gedragen wordt door een werkelijke herderlijke bewogenheid.
Gerelateerde berichten
28-11-2018 Nederlands Dagblad
"Mag ik als protestant te communie gaan in de Rooms-Katholieke Kerk?"
Even los van de vraag of je dit moet willen, verwijzen we voor het antwoord op deze vraag naar een recent artikel...
27-08-2018 IRS
"Waarom wordt het Heilig Avondmaal maar 4 keer per jaar gehouden terwijl rooms-katholieken elke zondag te communie gaan?"
In de protestantse kerken wordt het heilig avondmaal 4 tot 6 keer per jaar gehouden, terwijl in rooms-katholieke kerken elke eucharistieviering de...