Terug naar overzicht

Theologie
Protestant
Rooms-katholiek

"Zorgen over afname van Bijbellezen en Bijbelkennis"

Reformatorisch Dagblad

21 OKT 2017

praying-5406270_1280

Terug naar overzicht

Ik wil de discussies over de exegese van de eerste hoofdstukken van Genesis en over de vraag of we nu wel of niet meer weten dan Paulus niet onderschatten, maar volgens mij is er iets gaande waar we ons gezamenlijk veel meer druk over zouden moeten maken: de snelle afname van Bijbellezen en Bijbelkennis.

Volgens een kop in het Reformatorisch Dagblad van enige tijd geleden is in één generatie het Bijbellezen gehalveerd. Nu hoorde ik onlangs een kardinaal zeggen dat onze tijd het tijdperk van de catechese is. Als we nu onze jonge mensen niet gedegen onderwijs in de Schrift en de leer van de kerk geven, zijn we hen kwijt.

Ik dacht: nu hoor je het ook eens van een ander. Al in de Reformatie werd gesteld dat de kerk in verval was geraakt omdat mensen de Schrift niet meer kenden. Op dat punt werd dan ook ingezet. Onderwijs op school en in de kerk. De grote voorman daarbij was Philippus Melanchthon, de collega van Luther die een paar huizen verderop woonde. Zijn leven en werk is op een prachtige manier bij elkaar gebracht in het door Günter Frank –directeur van het Melanchthonhuis in Bretten– geredigeerde handboek over deze reformator.

Melanchthon schreef onderwijsprogramma’s en lesboeken en hielp bij de oprichting van nieuwe scholen. Zijn oog voor het belang en het welzijn van de kinderen is weldadig en voorbeeldig. Als je wilt dat je kinderen Christus leren kennen, moet je hen onderwijzen in de Schriften.

Johannes Brenz, een andere collega van Luther, pikte die boodschap op en schreef verschillende catechetische werken die, zoals een nieuwe overzicht van alle edities laat zien, enorm veel gebruikt werden. Het is via die catechisaties dat de kennis van de Bijbel vergroot en gestimuleerd werd, juist ook omdat de catechisatieboekjes vol stonden met verwijzingen naar de Bijbel.

Dat is sinds Melanchthon en Brenz wel gebleven, maar desondanks is het Bijbellezen teruggelopen. Dat kan aan de catechese liggen; dat kan aan het voorbeeld van ouderen en ouders liggen.

Schrift

Zou het ook aan een gebrek aan levende omgang met de Bijbel kunnen liggen? De kerkvader Augustinus zag de Bijbel als een schatboek dat steeds voor de kerk en de christen klaarligt om daarin Christus te vinden. Prof. Hans Boersma, verbonden aan Regent College in Vancouver, schreef een prachtig boek over met name Augustinus’ visie op de Schrift als sacrament.

Augustinus ziet Christus net zo reëel in de Schrift aanwezig als dat Hij dat in het sacrament is. Deze visie deelt Augustinus met vele andere kerkvaders die in het boek van Boersma aan de orde komen.

Boeiend is hoe zij Christus ook in teksten terugvinden die op het eerste gezicht niets over de Heiland zeggen. Is dat inlegkunde of juist een diep verstaan van de Schrift? In ieder geval is het indrukwekkend om te lezen hoe men zich in het Woord van God verdiepte om zo veel mogelijk van God te zien en zo veel mogelijk over Hem te leren.

Bij de augustijner monnik Luther vinden wij dezelfde benadering. Diep respect voor de rijkdom van Gods Woord en een verlangen daar zorgvuldig in te graven. Dat is in zijn bekende vertaling merkbaar, zoals een bundel studies over Luthers Bijbel weer eens duidelijk maakt. Het Woord moest in begrijpelijke taal bij de mensen komen, maar daarbij moest wel volledig recht gedaan worden aan wat er in het Hebreeuws en Grieks staat.

Ook Luther ziet op soms onverwachte plaatsen iets over Christus geschreven staan, zozeer dat het Calvijn weleens te ver gaat. Hoe dan ook, Luther neemt de Schrift serieus als Woord van God en moedigt jong en oud aan de Bijbel te lezen. Daar immers had hij de grote en rustgevende ontdekking gedaan dat niet ons werk, maar dat van Christus de grond voor ons behoud is.

Uitleggers

Zouden het misschien de theologen kunnen zijn die hebben bijgedragen aan de afname van het Bijbellezen? In het overzicht ”Pillars in the History of Biblical Interpratation”, waarin beschreven is hoe exegeten uit de 19e en de 20e eeuw dachten over de uitleg van de Bijbel, komt het beeld tevoorschijn dat een gewoon mens de Bijbel helemaal niet goed kan lezen. Er zijn deskundigen nodig die je eerst vertellen welke stukken niet tot de oorspronkelijke tekst behoren en die vervolgens zeggen dat van wat er overblijft er nogal wat delen niet historisch zijn.

De Reformatie had juist afscheid genomen van het idee dat alleen het kerkelijk gezag in staat en bevoegd is de Schrift uit te leggen, maar nu lijkt het alsof de theoloog de plaats van de paus heeft ingenomen. Dat kan vandaag ook weer gebeuren. Theologen die zeggen dat je niet moet afgaan op wat er staat, maar op wat zij jou vertellen over de bedoeling van de tekst.

Daartegen in gaat de bij Crossway verschenen bundel ”The Inerrant Word”, waarin 24 meer en minder bekende evangelicals ingaan op oorsprong, gezag en uitleg van de Bijbel. Uitgangspunt is dat God Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, dat de Bijbelschrijvers dat Woord in hun eigen stijl maar wel zonder fouten hebben opgeschreven en dat de Bijbel betrouwbaar is voor ieder die daarin leest. De auteurs stemmen in met Luther, die tegenover Erasmus verdedigde dat de Bijbel helder was en dat de Heilige Geest ons niet in het ongewisse laat.

Dat betekent niet dat er geen vragen blijven over de uitleg van de Schrift, maar wel dat ik geen theoloog nodig heb om te kunnen lezen wie God is en wie ik zelf ben, en hoe verzoening met die God er alleen is door Christus Jezus.

Afbeelding van Tep Ro via Pixabay