Terug naar overzicht

Rooms-Katholiek
Liturgie en ambten

Het pausambt moet op de schop. Zo wil het Vaticaan dat dankzij bijdragen van andere kerken vernieuwen

Nederlands Dagblad | Hendro Munsterman

13 JUNI 2024

pope-5678520_1280

Terug naar overzicht

Rome wil het pausambt vernieuwen met behulp van tips van andere kerken. Zo moet de pauselijke onfeilbaarheid en macht worden ‘geherinterpreteerd’, moeten bisschoppenconferenties meer macht krijgen en leken meer inspraak.

Het pausambt is ‘twijfelloos het grootste obstakel op de weg van de oecumene’, zei paus Paulus VI in 1967.

In 1995 deed zijn opvolger Johannes Paulus II echter iets onverwachts. In zijn beroemde oecumene-encycliek Ut Unum Sint (‘Opdat allen één zijn’) riep hij leiders en theologen van andere kerken op om mee te denken over een nieuwe ‘vorm voor de uitoefening van het primaatschap’. Daarmee wordt ‘de eerste plaats’ van de bisschop van Rome aangeduid.

In de daaropvolgende jaren stuurden vele kerken, van protestanten en anglicanen tot orthodoxen en oriëntalen, hun antwoorden en voorstellen naar Rome. Ook een flink aantal officiële en informele theologische dialoogcommissies stortten zich op de materie.

Toch klaagde paus Franciscus er vlak na zijn aantreden in 2013 in zijn pauselijk programma Evangelii Gaudium (‘De vreugde van het evangelie’) over dat er sindsdien ‘weinig vorderingen zijn gemaakt’.

dertien jaar

Donderdag publiceerde het Vaticaan een 147 pagina’s tellend document waarin niet alleen de antwoorden van andere christelijke kerken en theologen analyserend zijn samengevat, maar ook een Vaticaans ‘voorstel voor een uitoefening van het primaatschap in de 21e eeuw’ bevat.

Het is een studiedocument dat door het Vaticaan aan alle andere christelijke kerken zal worden gestuurd, vertelde kardinaal Kurt Koch, de Vaticaanse oecumene-verantwoordelijke, donderdag tijdens een persconferentie in Rome.

Het Vaticaanse document vat dertig officiële antwoorden van andere kerken en vijftig documenten van oecumenische dialoogcommissies samen. Daarnaast werden meer dan vijftig bijdragen van ‘katholieke experts en onderzoekers uit andere christelijke tradities’ meegenomen bij het schrijven van de tekst. Er is volgens Koch ‘bijna dertien jaar aan gewerkt’.

bijbelse herontdekking

Het document stelt vast dat inzichten uit de Bijbelwetenschappen ‘nieuwe perspectieven’ hebben geopend op de bijzondere rol van Petrus binnen de groep van de apostelen.

De tekst zegt dat verschillende kerken dankzij deze bijbelse herontdekking ‘een nieuwe waardering hebben gekregen voor de parallel tussen de rol van Petrus onder de apostelen en die van de bisschop van Rome onder zijn medebisschoppen’.

In veel andere kerken wordt dan ook erkend dat er behoefte is aan een primaatschap voor de universele kerk. De kerk moet echter op drie manieren bestaan, stellen deze dialogen in meerderheid vast: op lokaal, regionaal (bijvoorbeeld nationaal of continentaal) en universeel niveau.

Daarnaast moet op alle niveaus een samenspraak plaatsvinden tussen de rollen van ‘één, enkelen en allen’, of ook wel: ‘het persoonlijke, het collegiale en het gemeenschappelijke’.

Terwijl de Rooms-Katholieke Kerk de afgelopen eeuwen sterk de nadruk op ‘het persoonlijke’ van de paus (of de bisschop of de pastoor) heeft gelegd, leggen orthodoxe kerken de nadruk meer op het collegiale (bisschoppensynodes) en protestantse kerken veelal op het gemeenschappelijke (inspraak van leken en nadruk op lokale kerken).

Het document stelt met beroep op de oecumenische dialogen dat elk niveau wezenlijk is, een uitdaging voor zowel de Katholieke Kerk als voor de andere kerken.

veranderingen in het pausambt

Het Vaticaanse document formuleert vier voorstellen die zij uit de reacties van de andere kerken samenvat.

Allereerst moet de Katholieke Kerk de dogma’s van de ‘pauselijke onfeilbaarheid’ en van de ‘universele macht’ van de paus ‘herinterpreteren’. Niet alleen moet het in nieuwe taal worden geformuleerd, ook moet het in het nieuwe perspectief van de drie kerkelijke niveau’s worden gelezen.

Ten tweede moeten de verschillende taken van de paus duidelijker worden onderscheiden, vinden de andere kerken. Hij is hoofd van de kerk van het Westen, maar moet ook symbool en instrument voor kerkelijke eenheid voor het Oosten zijn, zonder dat hij over die kerken dezelfde macht heeft als hij in het Westen heeft. Wellicht kunnen in de toekomst ook kerken in het Westen de paus accepteren als zij daarnaast ‘een zekere onafhankelijkheid’ mogen hebben.

Ten derde vragen de andere kerken de Katholieke Kerk om werk te maken van synodaliteit. Nationale en regionale bisschoppenconferenties moeten meer macht krijgen en het ‘gehele Volk van God moet beter betrokken worden’ bij besluitvorming.

Tenslotte vragen de kerken om reguliere ontmoetingen van kerkleiders op wereldwijd niveau om de kerkelijke nabijheid en gemeenschap die al aanwezig is ‘zichtbaar te maken en te verdiepen’.

stappen

Het Vaticaanse Dicasterie voor de Eenheid van de Christenen noemt al deze voorstellen ‘een belangrijke bijdrage aan de katholieke theologie’ en stelt dat ‘het tijd is om verdere stappen te zetten’.

In zijn ‘voorstel voor de uitoefening van het primaatschap in de 21e eeuw’ valt het alle genoemde voorstellen van de andere kerken bij om zo samen met de andere kerken ‘de uitoefening van het primaatschap te vernieuwen’.

Gereformeerden en evangelischen

Het Vaticaanse document geeft slechts heel beperkt aandacht aan gereformeerde en evangelicale kerken. Dat heeft er vooral mee te maken dat deze kerken nauwelijks op de uitnodiging van Johannes Paulus II hebben gereageerd.

De internationale gereformeerd-katholieke dialoog ‘heeft de kwestie van het Petrusambt niet direct behandeld’, zegt het document, maar het heeft wel aangegeven dat in de toekomst te willen doen. Evangelicalen, baptisten en doopsgezinden zijn tot nu toe ‘niet direct op de kwestie ingegaan’.

Op de vraag van deze krant of dat er niet mee te maken heeft dat deze kerken geen episcopale structuur kennen, antwoordde de Zwitserse kardinaal Koch: ‘Het is duidelijk dat voor de Katholieke Kerk het bisschopsambt een fundamenteel element van de kerk is. Daarom is het gemakkelijker om in dialoog te treden met andere kerken die bisschoppen hebben in hun kerkelijke structuren, zoals de lutheranen. Ook sommige gereformeerde kerken hebben bisschoppen, zoals in Hongarije.

Toch kunnen we ook met de kerken die geen bisschoppen hebben in gesprek zijn. Want zij hebben misschien wel ‘episcopale’ functies of structuren waarover we kunnen praten’.

Afbeelding van Annett_Klingner via Pixabay