Terug naar overzicht

Rooms-Katholiek
Liturgie en ambten

"Veranderingen in de roomskatholieke liturgie"

IRS

01 NOV 1999

cruz-7040089_1280

Terug naar overzicht

In de liturgie van de mis is er veel gewijzigd. Maar de rooms-katholieke leer over de mis als "echt en waar offer voor de verzoening van onze zonden" (aldus het concilie van Trente) is niet gewijzigd. Toch is het voor ons van groot belang dat we precies weten wat Rome hiermee bedoelt. Anders praten we gemakkelijk langs elkaar heen en kwetsen wij hen gemakkelijk.

De mis geen eigensoortig offer

Rome leert dat de mis geen eigensoortig offer is. Ze is hetzelfde offer dat Christus op Golgotha bracht. Rooms-katholieke theologen zullen dan ook nooit zeggen dat de mis een herhaling is van het kruisoffer. De officiële leer luidt: de mis is een representatio, dat is een opnieuw tegenwoordig (present) stellen van het éne onherhaalbare kruisoffer. Maar kunnen wij dat ook niet tot op zekere hoogte zo formuleren? Een gelovige die intens het Avondmaal beleeft, ziet het kruisgebeuren immers ook vóór zich. Dan ervaren we wat Paulus schrijft dat voor onze "ogen Jezus Christus tevoren geschilderd is geweest, onder u gekruisigd zijnde" (Gal. 3:1). Het is dan alsof we op Golgotha aanwezig zijn en Hem daar zien hangen, dood bloedend voor ons, voor mij, voor de verzoening van mijn zonden. Al je hoop is dan op Hem gevestigd. Al je vertrouwen is dan gericht op Hem die in mijn plaats als het Lam van God mijn zonden wegdroeg in de dood.

Wat is het verschil?

Wat is dan het verschil? Dit: Rome noemt die tegenwoordigstelling van het kruisoffer een echt en waar offer. Daarin kunnen wij niet meegaan. Vooral de brief aan de Hebreeën zegt het telkens met nieuwe bewoordingen dat we slechts door één offer van Christus, namelijk dat op Golgotha is geschied, de verlossing deelachtig worden. Het Griekse woord ''hapax'' dat deze brief gebruikt, is maar voor één vertaling vatbaar: éénmaal.

De mis in de moedertaal

Dat is een diepingrijpende verandering sinds het tweede Vaticaanse Concilie. U kunt dat een beetje begrijpen, als we de volgende vergelijking maken. Veronderstel: de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten besluit dat voortaan niet meer de Statenvertaling, maar slechts de vertaling van het Nederlandse Bijbel Genootschap mag worden gebruikt in de erediensten. Wat een storm van protest zou daardoor niet ontstaan? Waarschijnlijk zou zelfs een kerkscheuring er het gevolg van zijn.

Protest tegen de afschaffing van het Latijn

Ook in de R.-K. Kerk is e r veel geprotesteerd tegen de afschaffing van het Latijn. Er is zelfs een kerkscheuring door ontstaan. Mgr. Lefebvre en de zijnen hebben zich er niet bij willen neerleggen. Rome heeft toen toegestaan dat het vroegere Latijnse misformulier onder bepaalde voorwaarden mocht worden gebruikt. Lefebvre was daar echter niet mee tevreden en is op eigen houtje bisschoppen gaan wijden. Dat werd het Vaticaan te gortig en hij werd in de kerkelijke ban gedaan.

Ik kan mij goed indenken dat zij die met de Statenvertaling zijn opgegroeid, daaraan erg verknocht zijn. Die oude taal heeft voor hen iets gewijds. Voor mij had het Latijn ook een gewijd karakter. Dat blijkt uit het volgende. Toen ik voor het eerst tot de ontdekking kwam dat God Zelf in de Bijbel tot mij spreekt, greep mij dat geweldig aan. Weken achter elkaar kon ik toen tijdens de meditaties (elke dag drie keer een half uur) in het klooster alleen maar stil geknield liggen voor die Bijbel, vervuld van diep ontzag: ik bevind mij nu op heilige grond, want de Heilige Geest ademt nu God Zelf naar mij toe door dat, door Hem geïnspireerde, Woord heen!

Toen ik langzamerhand ook begon door te dringen tot de inhoud van dat Woord, wilde ik beslist geen gebruik maken van een Nederlandse vertaling. Voor mijn gevoel was dat een profanatie. Het Latijn van de Vulgaat had iets sacraals voor mij. Nogmaals, daarom kan ik goed begrijpen dat voor sommigen elke andere vertaling dan de Statenvertaling onaanvaardbaar is. Ze beleven dat bijna als een heiligschennis.

Het onfeilbare Woord van God

Vraag: is dat juist? Niet de vertaling in het Latijn (de Vulgaat) en evenmin de Statenvertaling is het onfeilbare Woord van God. Dat is alleen de Hebreeuwse en Griekse tekst. Die tekst alleen is door de Heilige Geest geïnspireerd. "Maar de heilige mensen Gods, door de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken"(2 Petr. 1: 21). En zij spraken geen Latijn en evenmin het oude Nederlands van de Statenvertaling, maar Hebreeuws en Grieks.

Afbeelding van lbrownstone via Pixabay