Terug naar overzicht

Rooms-Katholiek
Kerkorganisatie

Waarom dempt Franciscus de verwachtingen van progressieve katholieken?

Nederlands Dagblad | Hendro Munsterman

18 MRT 2024

pope-5678517_1280

Terug naar overzicht

De Rooms-Katholieke Kerk zit al tweeënhalf jaar in een kerkvernieuwingsproces. Veel katholieken hoopten op een doorbraak rond vrouwelijke diakens en gehuwde priesters. De paus haalde deze vragen echter vorige week van tafel. Of toch niet?

Mogen vrouwen diaken of priester worden? Moeten lhbt+’ers niet meer geaccepteerd en beter geïntegreerd worden? Waarom wijdt de kerk geen gehuwde mannen? Moet de seksuele moraal niet op de schop?

Alle vragen en problemen mochten de afgelopen tweeënhalf jaar in de Rooms-Katholieke Kerk besproken worden, ook die tot voor kort nog volstrekt taboe waren. Met een nooit eerder vertoonde wereldwijde volksraadpleging lanceerde paus Franciscus in oktober 2021 een synode. Hij wilde dat de katholieken drie jaar lang op zoek ging naar ‘een nieuwe manier om kerk te zijn’.

Het feit dat al deze vragen zo open en bloot op tafel gelegd konden worden, wekte bij hervormingsgezinde katholieken hoge verwachtingen. Temeer omdat ze ook vorig jaar oktober, tijdens een eerste sessie van een bisschoppensynode, ook in het hart van het Vaticaan werden besproken. Het was een bisschoppensynode waar nota bene voor het eerst ook vrouwen lid van waren en stemrecht hadden. Maar die verwachtingen werden vorige week door paus Franciscus gedempt.

Van 2 tot 27 oktober van dit jaar komen de 350 leden van deze bisschoppensynode opnieuw bijeen voor de afsluitende sessie. Over het priestercelibaat, de plaats van lhbt+’ers, vrouwelijke diakens en andere voormalige taboe-onderwerpen zal in oktober niet worden gestemd, bepaalde Franciscus. De paus wil namelijk dat de bisschoppensynode zich kan concentreren op ‘het eigenlijke thema’, namelijk de vraag: ‘Hoe kunnen we een synodale en missionerende kerk worden?’ Dat schreef hij vorige week in een brief aan kardinaal Mario Grech, die verantwoordelijk is voor de synode.

Zo maakt Franciscus een onderscheid tussen het thema van synodaliteit (medeverantwoordelijkheid van alle gelovigen voor het kerkelijk handelen) enerzijds en specifieke, heikele of complexe thema’s anderzijds. Deze behandelt hij als vervolgvragen: als de kerk synodaler is geworden, kunnen die andere thema’s beter behandeld worden. Om dat gigantische proces in goede banen te leiden worden vijftien studiecommissies met experts opgericht, besloot Franciscus.

De eerste vijf gaan zich bezighouden met vragen rond synodaliteit. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over de vraag of en hoe bisschoppen en hun medewerkers verantwoording af moeten leggen over hun beleid. En over de vraag hoe leken - en met name ook vrouwen - meer bij kerkelijke besluitvormingsprocessen betrokken kunnen worden. Tijdens de eerste sessie van de bisschoppensynode klonk er kritiek op de geringe theologische inbreng. Met deze vijf werkgroepen lijkt het synodesecretariaat daaraan gehoor te geven. De uitkomsten van deze vijf commissies zullen in oktober onderwerp van gesprek worden.

De concrete, heikele en complexe zaken die Franciscus van tafel heeft gehaald, heeft hij echter niet in de prullenbak gegooid. Hij heeft ze op andere tafels gelegd. Hij gaf namelijk opdracht voor het oprichten van tien studiecommissies. Deze moeten zich er tot 25 juni 2025 - dus ver na de afsluiting van de synode - mee bezighouden.

Daarbij gaat het onder meer over mogelijke veranderingen in de wijze waarop bisschoppen worden uitgekozen en veranderingen in de opleiding van priesters. Ook wordt er nagedacht over gemengde huwelijken en de toelating tot de eucharistie.  Een van de commissies buigt zich over het kerkelijk ambt. Daarbij komt ook de wijding van vrouwen tot diaken uitdrukkelijk op tafel.

Maar het meest explosief van alle tien vragen is de commissie die moet nadenken over de wijze waarop de kerk besluiten neemt over ingewikkelde en ‘controversiële kwesties’ rond de kerkelijke leer, het pastoraat en ethische vragen. Zij moet kijken hoe besluitvorming - denk ook aan zaken die met gender en sekse te maken hebben - een zaak van de gehele kerk worden en niet alleen van een selecte groep geestelijken?

Deze tien commissies zullen de bisschoppensynode in oktober berichten over hun voortgang. De bisschoppensynode zal er niet over stemmen. De vraag wat er eind juni met hun resultaten en mogelijke aanbevelingen gaat gebeuren, blijft voorlopig onbeantwoord. Maar Franciscus gelooft dat het einde van de synode nog lang niet het einde is van de zoektocht naar meer synodaliteit.

Eigenlijk begint het dan pas. Synodaliteit is learning by doing. Of zoals kardinaal Grech bij de presentatie van deze besluiten zei: ‘Alleen zij die synodaliteit ervaren en meemaken begrijpen wat het betekent en snappen wat de vruchten ervan zijn’.

Afbeelding van Annett_Klingner via Pixabay